Splitsingsvrijstelling overdrachtsbelasting: regels en voorwaarden
Verkrijgt uw onderneming onroerende zaken in het kader van een fusie, splitsing of een interne reorganisatie? Dan geldt mogelijk een vrijstelling van overdrachtsbelasting. Is dat ook het geval als u al vóór de splitsing plannen heeft om de afgesplitste activiteiten te verkopen?
Vrijstelling van overdrachtsbelasting
Wie een onroerende zaak in Nederland verkrijgt, betaalt overdrachtsbelasting. Op deze hoofdregel bestaan uitzonderingen. Sommige verkrijgingen van onroerend goed zijn namelijk vrijgesteld van overdrachtsbelasting, bijvoorbeeld een verkrijging in het kader van een fusie, splitsing of een interne reorganisatie. Bent u bijvoorbeeld intern aan het reorganiseren en gaat er daarom onroerend goed over van de ene bv naar een andere? Dan kunt u mogelijk gebruikmaken van deze vrijstelling van overdrachtsbelasting.
Bewijsvermoeden
De vrijstelling van overdrachtsbelasting vanwege een fusie, splitsing of reorganisatie kan niet altijd worden toegepast. Als een fusie, splitsing of reorganisatie erop gericht is belasting te besparen of uit te stellen, dan geldt de vrijstelling niet. Als er geen zakelijke (niet-fiscale) overwegingen zijn, dan bestaat het vermoeden dat het ontgaan of uitstellen van belastingheffing het doel is van de fusie, splitsing of reorganisatie. Dit is een zogenoemd bewijsvermoeden. Krijgt u te maken met een bewijsvermoeden? Dan moet u het tegendeel aannemelijk maken om toch een beroep op de vrijstelling te doen. De bewijslast ligt dan bij u en het is vaak niet eenvoudig om daaraan te voldoen.
Wanneer is sprake van zakelijke overwegingen? Ook hier geldt een vermoeden. Worden de aandelen in de rechtspersoon die het onroerende goed verkreeg door de fusie, splitsing of reorganisatie binnen drie jaar vervreemd? Dan bestaat het vermoeden dat er géén sprake is van zakelijke overwegingen.
Zakelijke overwegingen ondanks verkoopvoornemen
Recent oordeelde de Hoge Raad over de vraag of sprake kan zijn van een splitsing met zakelijke overwegingen als vóór de splitsing al een verkoopvoornemen bestaat. De uitspraak van de Hoge Raad draait om de volgende casus:
Een bv wordt gesplitst in meerdere andere bv’s. Door de splitsing verkrijgt een van de afgesplitste bv’s onroerend goed. Deze bv wil de vrijstelling van overdrachtsbelasting toepassen en krijgt daarom te maken met een bewijsvermoeden dat zij moet weerleggen. De bv die de splitsingsvrijstelling wil toepassen, moet namelijk aantonen dat de splitsing heeft plaatsgevonden op basis van zakelijke overwegingen. De oorspronkelijke bv had de aandelen in de afgesplitste bv met onroerend goed namelijk al verkocht voordat de splitsing plaatsvond. De aandelenoverdracht vindt één dag na de splitsing plaats.
De Hoge Raad oordeelt dat de vrijstelling toch mag worden toegepast. De bv heeft namelijk tegenbewijs geleverd waarmee aannemelijk is gemaakt dat de splitsing plaatsvond met zakelijke overwegingen. Puur bedrijfseconomische (commerciële) en strategische ondernemingsbeslissingen leidden tot de splitsing.
Het maakt voor toepassing van de vrijstelling dus niet uit dat er een verkoopvoornemen bestaat voordat een splitsing plaatsvindt. Als er voldoende tegenbewijs wordt geleverd om te spreken van zakelijke overwegingen, kan de vrijstelling alsnog worden toegepast.
Meer weten?
Heeft u plannen voor een fusie, splitsing of reorganisatie binnen uw onderneming? En bezit een van de betrokken rechtspersonen onroerend goed? Dan krijgt u ongetwijfeld te maken met overdrachtsbelasting. Heeft u vragen? Overleg dan altijd met uw belastingadviseur.
Wilt u meer weten over splitsingsvrijstelling overdrachtsbelasting? Neem contact op met Robert Gall, hoofd vaktechniek Belastingadvies, via e-mail.