Vennootschapsbelastingplicht bij stichting en vereniging
Stichtingen en verenigingen zijn vennootschapsbelasting verschuldigd voor zover zij een onderneming drijven. Wat betekent dit? En hoe voorkom je als bestuurder fiscale risico’s?
Belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting
Sommige rechtspersonen zijn op basis van hun rechtsvorm altijd belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Voor stichtingen en verenigingen geldt dit niet. Die zijn slechts vennootschapsbelastingplichtig voor zover zij een onderneming drijven. Dit geldt voor alle stichtingen en verenigingen, dus ook voor algemeen nut beogende instellingen (anbi). Het is ook mogelijk dat een stichting of vereniging tegelijkertijd belaste en onbelaste activiteiten verricht. In dat geval is het aan te raden tijdig een splitsing te maken tussen de verschillende activiteiten.
Een onderneming drijven
In de jurisprudentie wordt onder een onderneming het volgende verstaan:
- een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid,
- gericht op deelname aan het economisch verkeer,
- met het oogmerk winst te behalen.
Ontbreekt één van de bovenstaande elementen? Dan is geen sprake van een onderneming. Uit de jurisprudentie volgt dat de voorwaarden voor het drijven van een onderneming feitelijk moeten worden beoordeeld. Om te beoordelen of een stichting of vereniging een onderneming drijft, kan de inhoud van de statuten worden meegewogen. De statuten zijn echter niet doorslaggevend. Zo wordt een stichting of vereniging die feitelijk winsten behaalt, geacht een winstoogmerk te hebben. Het maakt dan niet uit wat er in de statuten staat en of de winsten begroot waren.
In concurrentie treden
Als een stichting of vereniging geen winstoogmerk heeft, is in principe geen sprake van een onderneming. Toch kan de stichting of vereniging vennootschapsbelastingplichtig zijn. Bijvoorbeeld als de stichting of vereniging een activiteit uitoefent waardoor in concurrentie wordt getreden met door natuurlijke personen of belaste rechtspersonen gedreven ondernemingen.
Vrijstelling vennootschapsbelasting
Als een stichting of vereniging vennootschapsbelastingplichtig is, wil dat nog niet zeggen dat ook daadwerkelijk belasting betaald moet worden. Voor stichtingen en verengingen met beperkt winstgevende activiteiten geldt namelijk een vrijstelling van vennootschapsbelasting. Voorwaarde voor deze vrijstelling is dat de jaarlijkse winst niet meer bedraagt dan € 15.000 of niet meer dan € 75.000 over het jaar zelf en de vier voorafgaande jaren.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de grens van € 75.000 ook van toepassing is als er sinds de oprichting minder dan vijf jaar is verstreken. Voor toetsing aan deze grens moet de winst in aanmerking genomen worden die sinds de oprichting is behaald. Dit geldt ook als er pas enige tijd na oprichting een onderneming is gestart. In dat geval moet de winst in aanmerking genomen worden die is behaald sinds de start van de onderneming.
Door de werking van deze regeling kan het per jaar verschillen of sprake is van vennootschapsbelastingplicht. Let dus goed op, want dit kan leiden tot verplichte fiscale afrekeningen. Ook kan het tot gevolg hebben dat verliezen in vrijgestelde jaren niet verrekenbaar zijn met winsten in belaste jaren.
Nieuw besluit: gevolgen voor gesubsidieerde instellingen
Eind augustus 2023 werd een nieuwe besluit gepubliceerd dat gevolgen heeft voor met name gesubsidieerde instellingen. In het oude besluit was goedgekeurd dat bij gesubsidieerde instellingen onder voorwaarden geen sprake is van een winststreven en er dus geen vpb-plicht geldt:
- Als er een terugbetalings- of aanwendingsverplichting geldt;
- als de inkomsten voor minimaal 70% bestaan uit subsidies en daarnaast slechts uit ‘eigen bijdragen’.
In het nieuwe besluit staat dat beide voorwaarden (cumulatief) gelden. Gevolg is waarschijnlijk dat het nog slechts in een beperkt aantal gevallen mogelijk is om met succes een beroep te doen op het subsidiebesluit. Doet jouw instelling een beroep op het subsidiebesluit of bestaan de inkomsten van de instelling voor meer dan 70% uit subsidies? Laat dan kritisch beoordelen wat de gevolgen van dit besluit zijn voor je vpb-positie.
Meer weten?
Twijfel je als bestuurder over de vennootschapsbelastingplicht van je stichting of vereniging? Onderneem dan actie. Met een tijdige beoordeling van de belastingplicht voorkom je problemen in een later stadium. Neem voor meer informatie of advies contact op met Rolf Brouwer, senior belastingadviseur, via e-mail.