Eén van deze obstakels doemt op bij bedrijven die onlangs zijn geherstructureerd en in een bv zijn ingebracht. Deze ondernemers kunnen namelijk te maken krijgen met de gevolgen van de voortzettingseisen. Deze voorwaarde vormt dan een struikelblok voor deelname aan de beëindigingsregeling. Dit blijkt uit het standpunt dat de Kennisgroep van de Belastingdienst heeft ingenomen over de voortzetting van de onderneming die in een besloten vennootschap is ingebracht.

Lees meer over onze fiscale dienstverlening. 

Voortzettingseis

Bij de inbreng in een bv geldt voor de toepassing van de vrijstelling overdrachtsbelasting een voortzettingseis van drie jaar. De beëindiging van de veehouderij moet na deelname aan de regeling echter veel sneller zijn afgewikkeld. Hierdoor wordt de driejaarstermijn volgens de Kennisgroep niet gehaald. Deze zienswijze kan een ondernemer die kort geleden zijn onderneming heeft geherstructureerd, voor extra kosten stellen.

De Kennisgroep nam dit standpunt weliswaar in voor de Saneringsregeling Varkenshouderij, maar deze lijn wordt waarschijnlijk doorgetrokken naar de aangekondigde beëindigingsregeling in de veehouderij.

Het niet voldoen aan de voortzettingseis leidt ertoe dat over de in de bv ingebrachte onroerende zaken alsnog overdrachtsbelasting moet worden betaald.

Stel: er is in 2022 voor € 2 miljoen aan gebouwen met ondergrond in een bv ingebracht. Dan is de kans reëel dat bij deelname aan de regeling alsnog overdrachtsbelasting over de inbrengwaarde moet worden afgedragen.

De Kennisgroep ziet geen mogelijkheid om ondernemers die als gevolg van overheidsingrijpen hun onderneming beëindigen, hierin tegemoet te komen. De regels zijn volgens de Kennisgroep duidelijk en laten geen ruimte voor een andere uitleg.

Meer weten?

Bij ABAB zijn we graag van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven en voor inzicht te zorgen. Wilt u meer weten over de overdrachtsbelasting? Neem contact op met Luc Adriaansen, belastingadviseur. U bereikt Luc via e-mail.