Pensioen voor de hightech-maakindustrie
De Nederlandse hightech-maakindustrie kenmerkt zich door innovatie en technologische vooruitgang. Werknemers in deze sector hebben niet alleen behoefte aan een uitdagende werkomgeving, maar ook aan een stabiele en betrouwbare pensioenvoorziening.
Pensioenfondsen hightech-maakindustrie
Twee belangrijke pensioenfondsen voor deze sector zijn het Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) en het Pensioenfonds van de Metalektro (PME). Hoewel beide fondsen een cruciale rol spelen in het waarborgen van de financiële toekomst van werknemers, zijn er enkele belangrijke verschillen tussen de twee.
PME (Pensioenfonds van de Metalektro)
PME richt zich specifiek op de metalektro-industrie, die een breed scala aan bedrijven omvat, zoals machinebouwers, elektronicaproducenten en fabrikanten van hightech-apparatuur. De doelgroep van PME bestaat voornamelijk uit werknemers van grotere, vaak internationaal opererende bedrijven binnen de technologie- en metaalindustrie.
PMT (Pensioenfonds Metaal en Techniek)
PMT daarentegen bedient de bredere metaal- en technieksector. Dit fonds richt zich op zowel kleinere als grotere bedrijven in de metaalbewerking, installatietechniek en technische dienstverlening. De doelgroep omvat bijvoorbeeld ook werknemers van kleine werkplaatsen en technische dienstverleners.
Wanneer is het pensioenfonds verplicht?
Hoewel beide pensioenfondsen aan elkaar zijn gelinkt en de pensioenregelingen grotendeels hetzelfde zijn, bestaat er een groot verschil in de werkingssfeer van beide fondsen. De werkingssfeer geeft aan wanneer een bedrijf verplicht is om deel te nemen aan het pensioenfonds.
PME verduidelijkte in december 2023 het verplichtstellingsbesluit. Gelieerde ondernemingen die in hoofdzaak ondersteunende en/of samenhangende activiteiten verrichten voor een werkgever in de Metalelektro waarmee de werkgever een gezamenlijke onderneming vormt, moeten ook verplicht aansluiten. Is er dus sprake van een ondernemingsstructuur waarbij de werkmaatschappij is aangesloten bij PME en vinden ondersteunde activiteiten plaats vanuit een aparte vennootschap? Dan vallen de medewerkers van deze aparte vennootschap ook onder de verplichtstelling.
Bij PMT geldt de verplichtstelling met betrekking tot ondersteunende werkzaamheden bij verschillende werkmaatschappijen (nog) niet. Om onder de verplichtstelling te vallen, moet er sprake zijn van een hoofdzaakcriterium. Dat betekent dat minimaal de helft van de arbeidsuren besteed moet worden aan activiteiten die onder de verplichtstelling vallen.
Hierbij gelden enkele kanttekeningen. Uren die ten dienste staan aan de feitelijke activiteit van de bv, moeten ook meegerekend worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan onderzoek om een defect aan een apparaat op te sporen. Deze werkzaamheden zijn ondersteunend aan de feitelijke werkzaamheden (reparatie) en moeten dus volledig worden meegerekend. Daarnaast moeten werkzaamheden als verkoop en reparatie naar rato over de verschillende werkzaamheden worden toegerekend.
Kortom: het kan soms lastig zijn om te bepalen of er een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds van toepassing is. Het niet of niet tijdig aansluiten bij het juiste pensioenfonds kan een groot financieel effect hebben voor de werkgever. Het pensioenfonds heeft namelijk het recht om met terugwerkende kracht ook de pensioenpremies over het verleden in rekening te brengen.
Meer weten?
ABAB is graag van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven en voor inzicht te zorgen. ABAB Pensioenadvies biedt ondersteuning bij het realiseren van een optimale pensioenregeling voor werkgevers en dga's. Wil je zeker weten of er een pensioenfonds van toepassing is of wijzigen de werkzaamheden van jouw onderneming? Neem voor meer informatie of advies contact op met Erwin Gram, senior pensioenadviseur, via telefoonnummer 013-4647286 of stuur Erwin een e-mail.