Tarieven omzetbelasting (btw)

Bij de omzetbelasting onderscheiden we (naast de goederen die zijn vrijgesteld) drie verschillende tarieven:

• het algemene tarief bedraagt 21%.;
• voor sommige goederen en diensten geldt het verlaagde tarief van 9%;
• in bepaalde gevallen geldt zelfs het 0%-tarief.  

De toepassing van het verlaagde btw-tarief op bepaalde goederen is nog het gevolg van de in 2018 opgeheven landbouwregeling. De toepassing van het verlaagde btw-tarief op agrarische goederen is volgens de overheid dan ook niet langer efficiënt. Daarom vervalt per 1 januari 2025 dit verlaagde btw-tarief voor de levering van goederen en diensten in de landbouw die over het algemeen tussen ondernemers plaatsvinden. 

Afschaffing verlaagde tarief vanaf 1 januari 2025

Het afschaffen van het verlaagde btw-tarief voor de levering van agrarische goederen geldt voor de levering van:

• peulvruchten en granen die niet als voedingsmiddel kwalificeren, pootgoed, vee, beetwortelen, land- en tuinbouwzaden, rondhout, stro, veevoeders, vlas en wol, zowel ruw als ongewassen;
• dieren die bestemd zijn voor de voortbrenging of productie van landbouw;
• goederen die bestemd zijn voor de voorplanting van landbouwdieren;

Dit betekent dat het btw-tarief voor vee en veevoeders van 9% naar 21% wordt verhoogd.

De belangrijkste veranderingen zijn:

• Rundvee, schapen, geiten en varkens: Voor deze dieren, ongeacht hun bestemming, wordt het btw-tarief verhoogd naar 21%. Dit geldt ook voor slachtafval en goederen die bedoeld zijn voor de voortplanting van deze dieren.
• Paarden: Ook de levering van paarden, bestemd voor de slacht, landbouw of opfok, valt vanaf 2025 onder het 21%-tarief, inclusief slachtafval en voortplantingsgoederen.
• Teeltplanten en zaden: Planten voor de teelt van groenten en fruit, net als land- en tuinbouwzaden, zoals graszaden en zaden voor sierteeltproducten, worden vanaf 2025 tegen 21% btw belast.
• Andere agrarische goederen: Producten zoals rondhout, vlas, wol, stro en veevoeders vallen ook onder het verhoogde tarief. Dit betekent dat bijvoorbeeld (meng)voer voor konijnen, paarden en pelsdieren vanaf 2025 onder de 21% btw valt.
• Voergeld
• Opkweek van planten/gewassen

Wat merk je hiervan in de praktijk?

In de praktijk zul je als veehouder merken dat nagenoeg alle producten die je voor jouw bedrijf aankoopt, voortaan worden belast met 21% omzetbelasting.  Daarnaast moet je er rekening mee houden dat je bij de afzet van vee ook 21% omzetbelasting in rekening brengt. Deze handelswijze heeft in principe geen gevolgen voor het nettoresultaat van jouw bedrijf. Je mag als ondernemer immers de bij jou in rekening gebrachte omzetbelasting in aftrek brengen. Je moet wel de door jou in rekening gebrachte btw afdragen. 

Waar moet je op letten?

Houd er vanaf 2025 rekening mee dat je de aan jou in rekening gebrachte btw moet voorfinancieren gedurende de aangiftetermijn. Bij een kwartaalaangifte omzetbelasting kun je immers de omzetbelasting pas terugvragen nadat het kwartaal is afgelopen. 

Laat je vooraf goed informeren over de consequenties die deze wijziging voor jou zal hebben. In bepaalde gevallen kan het voordeliger zijn om van een kwartaalaangifte over te stappen naar een maandaangifte voor de omzetbelasting. Zorg er daarnaast voor dat jouw afnemers weten dat je btw in rekening gaat brengen. 

Meer weten?

ABAB is graag van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven en te zorgen voor inzicht. Neem voor meer informatie contact op met Bert van de Kerkhof, senior belastingadviseur, via e-mail.