Wanneer is een overeenkomst rechtsgeldig?
Volgens de wet komt een overeenkomst tot stand door een aanbod en aanvaarding daarvan. De wet stelt daarnaast dat een mondeling aanbod vervalt, als het niet onmiddellijk wordt aanvaard. Voor een schriftelijk aanbod geldt dat het vervalt als het niet binnen redelijke tijd wordt aanvaard. Een aanbod vervalt tenslotte als het wordt verworpen.
Totstandkoming overeenkomst en rechtsgeldigheid
Een overeenkomst kan dus zeker mondeling tot stand komen. Een mondelinge overeenkomst is net zo geldig als een schriftelijke, tenzij de wet voorschrijft dat een overeenkomst per se schriftelijk moet worden overeengekomen. Dat geldt bijvoorbeeld voor een koopovereenkomst van een woning of een concurrentiebeding die een werkgever met een (beoogd) werknemer wil sluiten. Het triomfantelijk ‘wapperen’ met een door beide partijen ondertekende overeenkomst, met de toevoeging ‘ik heb het zwart op wit’, is dus niet nodig. Een schriftelijke overeenkomst helpt wel om bewijs te leveren van wat er overeen is gekomen. En daar gaat het veel vaker fout: wat is er overeengekomen?
Vaak in clinch over inhoud overeenkomst
Het komt regelmatig voor dat partijen in de clinch liggen over de inhoud van een overeenkomst. Wat was precies de inhoud van het aanbod en wat is precies aanvaard? In dergelijke gevallen komt het niet enkel aan op de taalkundige uitleg van de tekst, maar ook op de betekenis die partijen aan de tekst gaven en wat ze over en weer van elkaar mochten verwachten. Daarbij wordt ook gekeken naar de hoedanigheid van partijen, tot welke maatschappelijke kringen zij behoren en welke rechtskennis van partijen mag worden verwacht.
Illustratief in dat verband is de recente uitspraak van het Gerechtshof te Den Haag. Een (amateur)voetballer is met een club een arbeidsovereenkomst aangegaan. Daarover verschillen partijen ook niet van mening. Er is een schriftelijke arbeidsovereenkomst waaruit blijkt dat de (amateur)voetballer een salaris verdient van in het eerste jaar € 625 en het tweede jaar €750 netto per maand. De (amateur)voetballer stelt dat hij een loon is overeengekomen dat hoger is dan deze bedragen, zoals in de schriftelijke arbeidsovereenkomsten zijn vermeld. De (amateur)voetballer beroept zich op twee bierviltjes waarop (hogere) handgeschreven bedragen en handtekeningen staan. Op basis daarvan zijn jaarsalarissen overeengekomen van respectievelijk € 14.500 en € 13.000 waarvan een deel zwart wordt betaald en alleen het witte deel is vermeld in de schriftelijke arbeidsovereenkomsten. Volgens het hof is de voetballer erin geslaagd het bewijs te leveren dat aldus een hoger salaris tussen partijen is overeengekomen. De voetbalvereniging moet alsnog overgaan tot uitbetaling daarvan. Dat partijen een verboden afspraak (“zwart uitbetalen”) hebben gemaakt doet daar niets aan af.
Zorg voor schriftelijke vastlegging
Het verdient de voorkeur overeenkomsten schriftelijk vast te leggen. Het bewijst immers het bestaan van een overeenkomst. Van belang is dat de mondeling gemaakte afspraken helder en duidelijk op papier worden gezet en dat is lang niet altijd even makkelijk.
Meer informatie of advies?
Bij ABAB Legal zijn we graag van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven en voor inzicht te zorgen. Wilt u meer informatie of advies over een overeenkomst? Neem contact op met Reinier-John Koopman, jurist ondernemingsrecht, via telefoonnummer 013-4647180 of stuur Reinier-John een e-mail.