Overlijden van vennoten in vof

Belanghebbende drijft in firmaverband een vleesvee- en akkerbouwonderneming in de vorm van een vof. De vof bestaat sinds 2003 en de vennoten zijn een vader en drie kinderen. Na het overlijden van vader in 2009 zetten de kinderen de onderneming voort, bouwen zij de vleesveetak af en zetten de akkerbouwtak voort. In 2019 overlijdt één van de vennoten. Zijn aandeel gaat volgens erfrecht over naar zijn broer en zus. Op deze verkrijging wordt de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) van de erf- en schenkbelasting toegepast. Ook wordt er voor de inkomstenbelasting geruisloos doorgeschoven bij overlijden.

Oordeel van de Belastingdienst

De Belastingdienst stelt een boekenonderzoek in bij de vennoten van de vof. De inspecteur concludeert dat er niet langer sprake is van een objectieve voordeelsverwachting, waardoor geen sprake (meer) is van winst uit onderneming. Hieraan verbindt de Belastingdienst de volgende gevolgen:

• Voor de inkomstenbelasting kan het aandeel van de in 2019 overleden vennoot niet geruisloos worden doorgeschoven, waardoor er stakingswinst in de aangifte moet worden verantwoord.
• De overgebleven twee vennoten worden geacht hun onderneming per einde 2019 te hebben gestaakt.
• De waarde van het vermogen van de vof, dat voornamelijk bestaat uit landbouwgrond, wordt bij de overgebleven twee vennoten vanaf 1 januari 2020 opgenomen als box-3 vermogen.
• De toegepaste bedrijfsopvolgingsregeling voor het vererfde aandeel in 2019 is niet van toepassing.

Oordeel van de rechtbank

Omdat de inspecteur tot en met 2019 niet is afgeweken van de aangiften, oordeelt de rechtbank dat de bewijslast dat niet langer sprake is van een onderneming bij de inspecteur ligt. De rechtbank neemt in overweging dat de winsten weliswaar beperkt zijn en ook dat het areaal van de vof beperkt is (20 hectare bij de vof tegenover 61 hectare bij gemiddelde akkerbouwondernemingen), maar voor de beoordeling van het bronkarakter is dit niet van belang.

Omdat in het jaar 2019 sprake is van een winst en er gemiddeld genomen vanaf 2019 ook winst behaald is, maakt de inspecteur niet aannemelijk dat er geen levensvatbaar akkerbouwbedrijf op de locatie kan worden uitgeoefend. Daarom draagt de rechtbank de inspecteur op om de aanslagen te herzien alsof er sprake is van winst uit onderneming. Hierdoor behoort het vermogen van de vof niet tot het box 3-vermogen van de overgebleven vennoten en is de bedrijfsopvolgingsregeling van toepassing op het geërfde ondernemingsvermogen.

Meer informatie of advies

ABAB is graag van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven of voor inzicht te zorgen. Heb je vragen over de fiscale behandeling van jouw vof of wil je meer weten over onze dienstverlening? Neem dan contact op met Mike Laurens, belastingadviseur, via e-mail.