Btw-herziening verbouwingsdiensten aan onroerende zaken
Het kabinet publiceerde op 5 maart 2024 een conceptvoorstel om in de btw-regelgeving herziening van btw mogelijk te maken op diensten aan onroerende zaken.
Voorgestelde wijziging
Met het voorstel wil de overheid de werking van de herzieningsbepalingen uitbreiden naar diensten aan onroerende zaken zoals het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van een onroerende zaak of delen ervan. Hierbij moet de vergoeding voor deze diensten minimaal € 30.000 bedragen. De voorgestelde herzieningstermijn bedraagt vier jaar (na het jaar van ingebruikneming). De bedoeling is dat de wijzigingen ingaan op 1 januari 2026.
Herzieningsregels investeringsgoederen
Op dit moment kent de Nederlandse btw-wetgeving alleen herzieningsregels voor investeringsgoederen (onroerende zaken en roerende zaken waarop wordt afgeschreven voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting). Gevolg van deze regels is dat ondernemers na de aanschaf van een dergelijk investeringsgoed de in aftrek gebrachte btw deels moeten terugbetalen (of alsnog deels kunnen terugvragen) als het btw-belaste gebruik wijzigt binnen de herzieningstermijn. De herzieningstermijn bedraagt negen jaar na het jaar van ingebruikname voor onroerende zaken en vier jaar na het jaar van ingebruikname voor roerende zaken.
Herzieningsregels diensten
Deze herzieningsregels gelden momenteel niet voor diensten. Dit betekent dat een ondernemer die een (ingrijpende) verbouwing aan een onroerende zaak laat verrichten, de btw op de verbouwingskosten in aftrek brengt op basis van zijn gebruik in het jaar van ingebruikneming. Bij een wijziging van gebruik na dat eerste jaar vindt geen herziening (correctie) meer plaats.
Het wetsvoorstel is met name gericht op het aanpakken van zogenaamde ‘short stay-structuren’, maar is niet beperkt tot dergelijke structuren. Bij deze short stay-structuren wordt na een ingrijpende verbouwing (die echter niet zo ingrijpend is dat voor de btw nieuwe onroerende zaak ontstaat) de onroerende zaak eerst tot het einde van het (eerste) boekjaar btw-belast verhuurd op basis van ‘short stay’. Hierdoor kan de btw op de verbouwingskosten volledig in aftrek worden gebracht. Na het verstrijken van het jaar van ingebruikname (of korte tijd daarna) wordt de onroerende zaak vervolgens btw-vrijgesteld verhuurd. Omdat op dit moment geen herziening geldt voor deze verbouwingsdiensten na het jaar van ingebruikname, blijft de toegepaste btw-aftrek in stand. Dit leidt in de ogen van de wetgever tot een ongelijk speelveld in de verhuursector. Daarom wil de overheid een vierjarige herzieningstermijn voor verbouwingsdiensten invoeren.
Vervolg wetgevingstraject
Naar aanleiding van een internetconsultatieronde die op 2 april 2024 is gesloten, leverden diverse partijen commentaar. Vooral de wijze waarop de grens van € 30.000 moet worden bepaald en het ruime toepassingsbereik (niet alleen ongewenste structuren worden getroffen) van de regeling zijn onderwerp van kritiek.
De inbreng uit de internetconsultatie wordt meegenomen in de definitieve uitwerking van de regelgeving. Mochten uit de consultatie nog onvoorziene of onbedoelde effecten naar voren komen, dan kan dat reden zijn het voorstel aan te passen of te heroverwegen.
Meer weten
ABAB is graag van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven en voor inzicht te zorgen. Wij houden u graag op de hoogte van de ontwikkelingen rondom dit wetsvoorstel. Wilt u meer weten over dit wetsvoorstel en de mogelijke gevolgen voor u? Neem contact op met Paul Hulshof, btw-adviseur, via telefoonnummer 06-13064640 of stuur Paul een e-mail.