Partnerpensioen: van knelpunten naar oplossingen
Het komt nog maar zelden voor dat er in een pensioenregeling geen partnerpensioen wordt meeverzekerd. Je zou daardoor kunnen denken dat het wel goed zit met de afdekking van het overlijdenrisico in de Nederlandse pensioenregelingen, maar dat is niet zo.
Wat is een partnerpensioen?
Een partnerpensioen biedt de partner van de werknemer financiële dekking voor het verlies aan inkomen van een werknemer door overlijden.
Partnerpensioen (ook wel nabestaandenpensioen of weduwe/weduwnaarspensioen) heeft drie verschijningsvormen:
- Partnerpensioen op opbouwbasis
- Partnerpensioen op risicobasis
- Partnerpensioen gevormd uit een restitutie van opgebouwd kapitaal
Partnerpensioen op opbouwbasis
Een partnerpensioen op opbouwbasis heeft een spaarelement in zich. Dat betekent dat het een feitelijke waarde heeft. Dat komt tot uiting in de uitruilmogelijkheid: € 100 partnerpensioen zou je kunnen uitruilen voor € 20 extra ouderdomspensioen. Het partnerpensioen komt tot uitkering bij overlijden van de werknemer, zowel tijdens het actieve dienstverband als na het beëindigen hiervan.
Partnerpensioen op risicobasis
Dit partnerpensioen biedt een dekking gedurende het actieve dienstverband van de werknemer. Het pensioen komt te vervallen als de deelname aan de regeling stopt of als je met pensioen gaat. Een opbouwelement ontbreekt dus. Zie het als een brandverzekering voor je huis waarvoor je premie betaalt. Als er nooit brand is, volgt er ook nooit een uitkering uit. En: als je het huis verkoopt, vervalt de verzekering (en zit er geen waarde in).
Partnerpensioen gevormd uit een restitutie van opgebouwd kapitaal
Bij een restitutievariant komt het opgebouwde beschikbare premiekapitaal vrij bij overlijden. Dit kapitaal moet worden aangewend voor de aankoop van een partnerpensioen. Vaak is er al een risicopartnerpensioen verzekerd. Het kapitaal uit restitutie kan dan worden aangewend ter verbetering van het partnerpensioen. Vaak in de vorm van een indexatie van dat risicopartnerpensioen en/of ANW-hiaat.
Trend: een partnerpensioen op risicobasis wint verder terrein
Een partnerpensioen op opbouwbasis is steeds minder gebruikelijk. Er is al langere tijd een verschuiving zichtbaar naar een partnerpensioen op risicobasis. De partner ontvangt dan alleen een uitkering als de werknemer tijdens zijn of haar dienstverband overlijdt. Op de pensioendatum of bij uitdiensttreding vervalt deze risicodekking.
Naast de nieuwe Wet toekomst pensioenen (WTP) zijn de toegenomen arbeidsmobiliteit en de stijging van de pensioenkosten de absolute aanjagers voor deze verschuiving. Maar ook de tweeverdienersmaatschappij: de achterblijvende partner heeft immers ook zelf inkomen.
Partnerpensioen op risicobasis verzekeren is goedkoper voor werkgevers en pensioenfondsen dan op opbouwbasis, waarbij de partner wel recht houdt op een partnerpensioen bij overlijden, uitdiensttreding of echtscheiding.
Knelpunten partnerpensioen
Het partnerpensioen in zijn huidige vorm, dus op risicobasis, heeft ook een aantal knelpunten. Zowel werknemers als werkgevers lopen hierdoor risico’s. We zetten er een paar voor je op een rij.
Partnerpensioen vervalt bij uitdiensttreding
Zodra de werknemer het bedrijf verlaat, stopt de dekking voor het partnerpensioen op risicobasis, omdat de verzekering niet langer van kracht is. Dit betekent dat er geen partnerpensioen meer beschikbaar is als de werknemer na uitdiensttreding overlijdt. Uitzondering hierop is de voortzetting van het risicopartnerpensioen zolang de ex-werknemer een WW-uitkering ontvangt.
Partnerpensioen vervalt bij echtscheiding
Als je gaat scheiden, vervalt het recht op partnerpensioen als dat op risicobasis was verzekerd. En dat geldt ook voor samenwoners die hun relatie beëindigen. Juist op deze kwetsbare momenten is het van belang om zelf maatregelen te treffen om schrijnende situaties te voorkomen.
Partnerpensioen vervalt soms bij doorwerken na AOW-leeftijd
Uitstel van de ingangsdatum van het pensioen voor medewerkers die doorwerken ná de AOW-leeftijd kan vervelende gevolgen hebben voor de dekking van het partnerpensioen. Het partnerpensioen op risicobasis vervalt doorgaans bij doorwerken vanaf AOW-datum. Fiscaal kan dit echter prima worden voortgezet. Een werknemer kan dus tegelijk werknemerspensioen opbouwen én al een AOW-uitkering ontvangen. Vraag jouw werkgever of pensioenfonds hoe dit is geregeld, want de werkgever is niet verplicht om een pensioenregeling aan te bieden.
Laag partnerpensioen door beperkt aantal toekomstige dienstjaren
De hoogte van het partnerpensioen bij een partnerpensioen op risicobasis wordt mede gebaseerd op het totaal aantal dienstjaren dat je kunt maken bij een werkgever. Een werknemer die op latere leeftijd in dienst treedt, heeft maar een beperkt aantal dienstjaren te gaan en daardoor vaak ook een laag partnerpensioen.
Partnerpensioen is niet adequaat voor grootverdieners
Sinds 1 januari 2015 geldt er een maximum voor het bedrag van het jaarsalaris (2024: € 137.800) waarover fiscaal gunstig pensioen kan worden opgebouwd. Dit wordt ook wel ‘aftopping’ genoemd. Dit heeft ook een direct effect op de maximale hoogte van het partnerpensioen. Alternatieven, zoals het netto-pensioen, zijn beschikbaar. Deze moeten wel onder de aandacht worden gebracht.
Wie is partner voor het partnerpensioen?
Niet alle partners zijn gelijk. In artikel 1 van de Pensioenwet is beschreven wie beschouwd kan worden als partner voor een pensioenregeling: een echtgenoot, een geregistreerd partner of een partner in de zin van de pensioenovereenkomst. Dit laatste laat ruimte voor nadere invulling van de werkgever. Een ongehuwd samenwonende partner kan recht hebben op partnerpensioen, maar dit hangt af van de voorwaarden van de specifieke pensioenregeling. Veel pensioenfondsen erkennen ongehuwd samenwonende partners voor het partnerpensioen, maar er zijn vaak bepaalde vereisten waaraan voldaan moet worden (bijvoorbeeld een samenlevingsovereenkomst of verplichting tot aanmelden).
Gevolg uitruil partnerpensioen onduidelijk door gebrekkige communicatie pensioenuitvoerder
Als een werknemer met pensioen gaat, kan hij de keuze maken om een hoger ouderdomspensioen te ontvangen in ruil voor een lager of zelfs geen nabestaandenpensioen voor zijn partner.
Zo ontdekte een echtpaar tijdens een gesprek met hun hypotheekadviseur dat ze deze optie hadden gekozen, waardoor er geen partnerpensioen beschikbaar zou zijn als de man zou overlijden. Dit was echter nooit hun bedoeling geweest.
Afstandsverklaring partnerpensioen houdt mogelijk geen stand voor de rechter
Het komt voor dat een afstandsverklaring voor partnerpensioen bij een conflict niet standhoudt. Vooral als de partner niet volledig op de hoogte was van de consequenties of als de verklaring onjuist of onvolledig is ingevuld. Afhankelijk van de omstandigheden kan dit juridische of financiële gevolgen hebben.
Oplossingen partnerpensioen
Met de komst van de Wet toekomst pensioenen werd ook het partnerpensioen stevig onder handen genomen. Het doel was om het partnerpensioen meer te standaardiseren en inzichtelijk te maken, waardoor de risico’s voor partners verkleind worden. Het nieuwe partnerpensioen wordt dus een stuk simpeler. Een kostenstijging of juist een versobering werd hierbij niet beoogd.
Uitloopdekking partnerpensioen
Artikel 55 Pensioenwet introduceert een verplichte uitloopdekking van drie maanden. Dit houdt in dat de dekking voor het nabestaandenpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum gedurende deze periode wordt voortgezet door de voormalige pensioenuitvoerder. Dit geldt ook als de ex-deelnemer (gedeeltelijk) ziek is of als zelfstandige gaat werken. Deze periode is bedoeld om een werkonderbreking, zoals bij een ‘in between jobs’-situatie, te overbruggen. De dekking is premievrij voor de ex-werknemer. Als de ex-deelnemer binnen deze periode een nieuwe baan vindt of met pensioen gaat, vervalt de verplichting van de oude pensioenuitvoerder. Sociale partners kunnen ervoor kiezen om de uitloopperiode te verlengen naar zes maanden in plaats van drie.
Het nieuwe partnerpensioen: simpel en duidelijk te bepalen
Vanaf uiterlijk 1 januari 2028 zal voor alle regelingen het partnerpensioen maximaal 50% van het laatste verdiende salaris bedragen. Minder mag uiteraard ook. Daarnaast kan het partnerpensioen uitsluitend nog op risicobasis worden verzekerd, zodat daar geen onduidelijkheid meer over bestaat.
Daarmee wordt direct het probleem van ‘een laag partnerpensioen door beperkt aantal toekomstige dienstjaren’ getackeld. Of iemand nog één of juist veertig dienstjaren te gaan heeft, het partnerpensioen is altijd hetzelfde percentage van het salaris.
Uniform partnerbegrip en samenlevingsverklaring (art 2a Pensioenwet)
De partnerdefinitie voor het partnerpensioen wordt verder geüniformeerd en ruimer geformuleerd dan in sommige pensioenregelingen nu het geval is. Het criterium om in aanmerking te komen voor partnerpensioen als ongehuwd samenwonende zonder notarieel vastgelegd samenlevingscontract is het voeren van een gezamenlijke huishouding.
De samenlevingsverklaring is nieuw en kan op twee manieren worden opgemaakt:
1. bij in leven van de deelnemer: opgesteld en ondertekend door de deelnemer en de partner, of
2. na overlijden van de deelnemer: opgesteld en ondertekend door alleen de achterblijvende partner.
Keuzebegeleiding voorkomt onbedoelde omissies (art 48a Pensioenwet)
Met de komst van adequate keuzebegeleiding worden meer werknemers in staat gesteld om de juiste persoonlijke keuzes te maken met hun pensioen. Pensioenuitvoerders worden verplicht om hun deelnemers deze keuzebegeleiding te bieden.
Kortom: de Wet toekomst pensioenen voert op een groot aantal onderdelen van het partnerpensioen welkome verbeteringen door. De wijzigingen in het partnerpensioen moeten zorgen voor meer duidelijkheid, eerlijke verdeling en betere bescherming van zowel de huidige partner als de ex-partner bij overlijden of scheiding. Het nieuwe partnerpensioen past daarnaast ook binnen de bredere hervorming van het Nederlandse pensioenstelsel, waarbij meer aandacht is voor flexibiliteit, keuzevrijheid en individualisering van pensioenrechten.
Meer weten?
ABAB is graag van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven en te zorgen voor inzicht. Wil je meer weten over de gevolgen van de Wet toekomst pensioenen of het partnerpensioen? Neem dan contact op met Bart van de Wouw, senior pensioenadviseur, via telefoonnummer 013-4647287 of stuur Bart een e-mail.