Mag een vergunning zomaar worden ingetrokken?
Heeft u een omgevingsvergunning voor het houden van dieren? Als u deze vergunning niet volledig gebruikt, dan kan de gemeente deze intrekken. Een derde kan bovendien een verzoek tot intrekking ervan indienen. Recent heeft de rechtbank Oost-Brabant in dit kader een interessante uitspraak gedaan.
Waaraan moet een intrekkingsverzoek voldoen?
In de zaak van de rechtbank Oost-Brabant ging het om een verzoek van de milieufederatie om een omgevingsvergunning in te trekken. Volgens de federatie maakte de betreffende agrariër geen gebruik van de verleende omgevingsvergunning. De rechtbank oordeelde dat het aanleveren van meitellingen over een langere periode (drie jaar) een begin van bewijs van een ander aantal dieren dat wordt gehouden, dan vergund is op basis van de omgevingsvergunning. Dit bewijs is volgens de Rechtbank voldoende om de gemeente de procedure te laten starten tot het intrekken van de vergunning.
Let goed op! Bovenstaande is niet het enige mogelijke bewijs. Heeft u bijvoorbeeld een bepaalde stal niet gerealiseerd? Dan kan dit voor de gemeente voldoende bewijs zijn om een verzoek in te dienen.
Gebruikmaken van bevoegdheid bestuursorgaan
De rechtsbank boog zich vervolgens over de vraag of de gemeente bevoegd is om de vergunning in te trekken. De gemeenten moet zelf beoordelen of zij de vergunning wilt intrekken. Het is dus geen verplichting om een omgevingsvergunning in te trekken. Aangezien er voldoende bewijs was, boog de rechtbank zich vooral over de vraag of het bestuursorgaan überhaupt al wel gebruik kan / mag maken van de bevoegdheid. De rechtbank bekijkt in dit kader een aantal verschillende situaties:
- Een stal is niet gerealiseerd en de dieren zoals vergund worden niet gehouden.
- Een stal is wel gerealiseerd, maar er worden in het geheel niet de dieren gehouden zoals vergund.
- Een stal is vergund en er worden dieren gehouden zoals vergund maar de dieraantallen fluctueren.
Als een stal in zijn geheel niet is gebouwd, dan kan de gemeente gebruikmaken van haar bevoegdheid een vergunning in te trekken. Is de stal wel gebouwd, maar zijn gedurende drie jaar in het geheel geen dieren gehouden? Dan is de gemeente bevoegd om een omgevingsvergunning in te trekken. Of zij dat dan vervolgens doen is aan de gemeente. Is de stal wel gebouwd, maar blijken de dierenaantallen op basis van de gegevens te fluctueren? Dan mag de gemeente geen gebruikmaken van zijn bevoegdheid om een omgevingsvergunning in te trekken.
Een derde kan dus een verzoek tot intrekking van een omgevingsvergunning indienen met behulp van de gegevens uit de meitellingen. Echter, de gemeente kan dan slechts onder bepaalde omstandigheden daadwerkelijk overgegaan tot intrekking van de omgevingsvergunning.
Het betreft hier een uitspraak van een rechtbank. Hiertegen kan door partijen nog hoger beroep worden aangetekend.
Meer weten?
Bij ABAB zijn we graag van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven en voor inzicht te zorg. Heeft u vragen over uw omgevingsvergunning of wilt u advies en/of ondersteuning bij de aanvraag of intrekking van uw omgevingsvergunning? Neem voor meer informatie of advies contact op met Reinier-John Koopman, jurist ondernemingsrecht, via telefoonnummer 013-4647180 of stuur Reinier-John een e-mail.