Werknemer of zelfstandige? Dit zijn de ontwikkelingen

16 juli 2024
Artikel

Of een arbeidskracht werknemer of zelfstandige is, is niet altijd makkelijk te bepalen. Met een nieuw wetsvoorstel wil het kabinet het makkelijker maken om dit te beoordelen. Daarnaast start de Belastingdienst de handhaving weer op.

Portretfoto van Ronald van Leeuwen
Neem contact op met:
Ronald van Leeuwen Senior belastingadviseur en specialist loonheffingen
vrouw aan het werken op een laptop

Wat zijn de drie belangrijke ontwikkelingen in het zzp-dossier?

  1. Verduidelijken van de wetgeving voor werknemers/zzp’ers. Het nieuwe wetsvoorstel valt in deze categorie;
  2. Het verschil in belastingdruk tussen werknemers en ondernemers met fiscale maatregelen verkleinen (gelijker speelveld). Hierbij kun je denken aan afbouw zelfstandigenaftrek en de mkb-winstvrijstelling, maar ook de introductie van een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen;
  3. Verbetering van de handhaving. In dit kader is van belang dat de Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 weer volledig handhaaft op schijnzelfstandigheid.

Wil je meer weten over het zzp-dossier? Lees ons artikel over zzp'ers en schijnzelfstandigheid: op weg naar handhaving in 2025. 

Aanpassing wetsvoorstel VBAR

Er is een aanpassing geweest van het wetsvoorstel ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’ (VBAR). Deze wet moet schijnzelfstandigheid voorkomen en duidelijk maken wanneer iemand werkt als werknemer of zzp’er. 

Er is sprake van een werknemer als er een gezagsverhouding is tussen werkgever en werknemer (‘werken in dienst van’). In de praktijk is dit lastig te beoordelen. Het wetsvoorstel geeft hiervoor een wettelijk toetsingskader. 

Wat zijn de criteria van dit toetsingskader?

  1. Is sprake van een werkinhoudelijke of organisatorische sturing van de arbeidskracht? Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheden tot het geven van instructies, controle en ingrijpen. Ook is van belang of de werkzaamheden worden uitgevoerd binnen het organisatorisch kader van de opdrachtgever. Daarnaast is relevant of er werknemers zijn die soortgelijke werkzaamheden verrichten. 
  2. Verricht de arbeidskracht de arbeid (niet) voor eigen rekening en risico? Denk hierbij aan verantwoordelijkheid voor de hulpmiddelen (gereedschap, bestelbus, etc.) die gebruikt worden. Regelt de arbeidskracht dit zelf of juist niet? Presenteert de arbeidskracht zich zelfstandig naar buiten of onder de naam van de opdrachtgever? Is sprake van een opdracht van korte duur? 

Als na toetsing van de bovenstaande criteria onvoldoende duidelijk is of er sprake is van een werknemer of zelfstandige, dan is bepalend of de arbeidskracht zich als ondernemer presenteert. Je kunt hierbij denken aan meerdere opdrachtgevers en/of een eigen website, etc. Deze criteria moeten de vraag straks sneller beantwoorden of er sprake is van werknemerschap of werken als zzp-er.

Daarnaast introduceert het kabinet een rechtsvermoeden van werknemerschap bij een uurtarief van maximaal € 33. Dit rechtsvermoeden maakt het voor werkenden aan de basis van de arbeidsmarkt makkelijker om een arbeidsovereenkomst te claimen.

Het is de bedoeling dat deze nieuwe regels per 1 januari 2026 van kracht worden. Mogelijk vinden op dit wetsvoorstel nog aanpassingen plaats. 

Vanaf 1 januari 2025 actieve controle door Belastingdienst

Sinds 2016 is het handhavingsmoratorium van kracht. Op 1 januari 2025 heft de Belastingdienst dit moratorium volledig op. Vanaf dan controleert de Belastingdienst actief of zzp-ers niet toch in dienst zijn en de werkgever loonheffingen had moeten inhouden en afdragen. Bij een naheffing kunnen de loonbelasting en premies volksverzekeringen vaak worden verhaald op de vermeende zzp-er, mits contractueel goed geregeld, maar dat geldt niet voor de bijdrage zorgverzekeringswet en de premies werknemersverzekeringen. Dit kan flinke financiële risico’s met zich meebrengen. 

Verder gelden vanuit het arbeidsrecht ook verplichtingen wanneer (toch) sprake is van een arbeidsovereenkomst. Denk aan de doorbetaling van loon bij ziekte, de toepassing van een cao, ontslagbescherming en een transitievergoeding bij einde overeenkomst. Naar verwachting neemt ook de druk van pensioenfondsen om voor de betreffende werknemers pensioenpremies af te dragen toe.

Onderneem actie

De hoofdlijnen ter bestrijding van schijnzelfstandigheid worden steeds duidelijker. Per 1 januari 2026 is er wettelijke verduidelijking rondom de gezagsverhouding (het werken in dienst van). Daarnaast start de handhaving door de Belastingdienst per 1 januari 2025. Dit betekent dat je in aanloop naar 2025 al actie moet ondernemen. 

Werk je met zzp’ers? Begin met het in kaart brengen van de eigen positie en zet waar mogelijk de juiste stappen. Daardoor voorkom je het risico op schijnzelfstandigheid en zorg je ervoor dat jouw  onderneming toekomstbestendig is. 

Meer weten? 

ABAB is graag van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven en voor inzicht te zorgen. Wil je weten hoe het risico op schijnzelfstandigheid voorkomt? Neem contact op met Ronald van Leeuwen, senior belastingadviseur, via telefoonnummer 013-4647268 of stuur Ronald een e-mail

Wil je meer weten over dit onderwerp? Onze specialist helpt je graag verder!

E-mail Ronald
Portretfoto van Ronald van Leeuwen
Senior belastingadviseur en specialist loonheffingen
Social media icoon

Volg ABAB Legal op LinkedIn

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws via onze LinkedIn pagina
Volg ons nu